Met een aangeboren afwijking (of congenitale aandoening) wordt je geboren. Het woord congenitaal komt van het Latijnse woord congenitus (aangeboren).
De symptomen, klachten of klinische tekens zijn aanwezig bij de geboorte. Een aangeboren afwijking kan wel of niet erfelijk zijn, maar niet iedere erfelijke aandoening leidt tot een aangeboren afwijking. Zo zijn er erfelijke aandoeningen die niet noodzakelijk al tot uiting komen bij de geboorte.
Een aangeboren afwijking kan te maken hebben met diverse factoren. Meestal is niet één enkele factor aan te wijzen en is de afwijking een gevolg van een complex samenspel. Goede en frequente medische opvolging (van een gynaecoloog) zijn preventief noodzakelijk.
Enkele voorbeelden van aangeboren afwijkingen zijn schisis, syndroom van Down, klompvoet, hartafwijkingen en open ruggetje.
Lees ook: Erfelijke-aandoeningen
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Gerelateerde topics