Je baby op laten groeien zonder luier? Het kán!
- Betty
- in Opvoeding
- 0
- 32350
- 20/08/2021
Bij zindelijk worden horen potjes, ongelukjes, stickerkaarten en onderbroeken met prinsessen of actiehelden. En dat hele circus speelt zich af zodra je kind zo ongeveer het tweede kaarsje op z’n verjaardagstaart heeft uitgeblazen. Tenminste, dat dacht ik altijd. Ik had er namelijk nooit bij stilgestaan dat het ook mogelijk zou zijn om al veel eerder met de zindelijkheidstraining te beginnen. Bijvoorbeeld al tijdens de babytijd.
Zo’n eeuw geleden waren Nederlandse kinderen immers al voor de eerste verjaardag zindelijk en in grote delen van de wereld worden nog steeds amper tot geen luiers gebruikt. Ondanks dat het verschonen van luiers inmiddels al zo in mijn ritme gebakken zit dat ik het met één hand op mijn rug en de andere in mijn neus zou kunnen, was ik toch wel geïnteresseerd in een luierloos bestaan mét baby.
Lees ook
Alles over luiers: hoeveel, hoe duur, hoe lang?
Aanleren en afleren
Eigenlijk is het namelijk onlogisch dat wij pas rond de leeftijd van twee jaar beginnen met de zindelijkheidstraining. Baby’s beschikken zogezegd over een instinct waardoor ze van nature liever niet hun eigen kleding en omgeving willen bevuilen door daarin te plassen en poepen. Ook pasgeboren baby’s geven al signalen af waaruit wij – als we daar beter op zouden letten – zouden kunnen aflezen dat ze hun behoefte moeten doen. Wij zijn daar echter niet op gebrand en negeren deze signalen, omdat we er al een dure luier omheen gevouwen hebben die de boel voor ons op kan vangen. Op die manier leren wij kinderen aan om toch hun eigen omgeving te bevuilen, om het twee jaar later weer af te leren.
Voordelen
Een luier om je kind’s billen vouwen is vrij gemakkelijk. Als je er even een handigheidje in hebt gevonden, kost het je geen enkele moeite. Zolang je ervoor zorgt dat je altijd luiers op voorraad hebt, kan het niet mis gaan. Toch heeft het ook erg veel voordelen om op hele jonge leeftijd al bezig te zijn met de zogenaamde babyzindelijkheidscommunicatie (bzc):
- Het scheelt enorm veel geld aan dure luiers. Ik ben gemiddeld een tientje per week aan luiers kwijt, het zou dus heel fijn zijn om die te kunnen besparen!
- Je uk krijgt niet te maken met luieruitslag.
- Je hoeft tijdens de peuterpuberteit niet aan de gang met beloningskaarten en omkoopcadeautjes om je kind op het potje te krijgen.
- De berg luiers die het gemiddelde gezin verbruikt, belast het milieu ontzettend. Hoe minder luiers we dus allemaal gebruiken, hoe beter!
In dit artikel vind je tips over de zindelijkheidstraining bij oudere kindjes!
Signalen herkennen.
‘Een pasgeboren baby kan toch helemaal niet zijn aandrang voelen?’ hoor ik jullie denken. Dat klopt. Een pasgeboren baby kan inderdaad niet z’n behoefte ophouden. Maar dat hoeft bij babyzindelijkheidscommunicatie ook helemaal niet. Je moet namelijk andersom denken:
Bij babyzindelijkheidscommunicatie is het de bedoeling dat je als de signalen van je kind als die moet plassen of poepen gaat herkennen. Sommige kinderen plassen bijvoorbeeld net na een slaapje, sommige kinderen poepen altijd als ze in de eetstoel hebben gezeten, noem het maar op. Je leert vrij snel signalen herkennen van een baby die bijvoorbeeld wil slapen (geeuwen, met de handjes in de ogen wrijven), dus het is te doen om ook de signalen voor een kind met aandrang te leren kennen.
Kindjes die moeten plassen of poepen gaan vaak met hun beentjes wiebelen, maken bepaalde geluiden en krijgen een typische blik in hun ogen. Aan jou als ouder is het vervolgens de taak om het kind meteen na een signaal op het potje te zetten of boven de wc te hangen. Dus als je weet dat je kind na een maaltijd klaar is voor number two, houd het potje dan gereed!
En dan?
Je kunt babyzindelijkheidscommunicatie niet verkeerd doen, dat is fijn om te weten. Ieder in een potje of in het toilet opgevangen plasje of drol is mooi meegenomen. Als je de signalen van je kind herkent (en daar mag echt nog wel een tijdje overheen gaan), kun je iedere keer als je denkt dat je kind z’n behoefte moet doen, het potje tevoorschijn toveren. Je kan ook je baby, als die nog niet kan zitten, boven het toilet hangen.
Je kunt babyzindelijkheidscommunicatie ook combineren met babygebaren. Gebruik dan het gebaar voor ‘plassen‘ of ‘poep‘. Ook kun je een ‘sssss’-geluidje maken als je kind aan het plassen is of het gewoonweg benoemen. Als je veel herhaalt, zal je kind de woorden, geluiden of gebaren koppelen aan de daad en is het hele gebeuren makkelijker te begrijpen voor je kind en gemakkelijker vol te houden voor jou.
Al met al kost babyzindelijkheidscommunicatie, zoals je misschien hebt begrepen, vrij veel werk. Niet per se meer werk dan het verschonen van luiers, maar is wel nodig dat je als ouder meer op let. Bovendien zijn ongelukjes nooit helemaal uitgesloten. Sommige ouders die aan babyzindelijkheidscommunicatie doen kiezen er dan ook voor om hun baby toch tussendoor nog een luier om te doen. Niet per se om die vol te laten kakken, maar om eventuele ongelukjes in op te vangen.
Zou babyzindelijkheidscommunicatie iets voor jou zijn?
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Reageer op dit artikel
reacties (0)