Over het algemeen heeft epilepsie van pasgeborenen (benigne ideopatische neonatale epilepsie, of kortweg BINE) geen nadelige gevolgen. BINE is een vorm van epilepsie die voorkomt bij kleine kinderen (pasgeborenen).
Vaak wordt ook gesproken over 'The fifth day fits', dit is omdat deze aanvallen meestal na de vijfde geboortedag beginnen.
Oorzaak Het is niet precies bekend waardoor Benigne ideopatische neonatale epilepsie wordt veroorzaakt.
Hoe vaakOok hoe vaak deze vorm van epilepsie voorkomt, is nog niet helemaal bekend. Naar alle waarschijnlijkheid heeft zeker 1 op de 4500 tot 5000 ooit een epileptische aanval meegemaakt, veroorzaakt door dit syndroom.
Zoals gezegd komt BINE het meest voor bij baby's van 5 dagen oud, het kan echter ook in de eerste weken na de geboorte beginnen. Het gemiddelde ligt tussen de 3 en 8 dagen na de geboorte.
Vaak houden de kleine aanvalletjes aan tot de baby 3 maanden oud is, soms gaan de aanvalletjes door tot ongeveer 6 maanden.
Mogelijke verschijnselen - De baby ziet blauw: Een baby met een aanval gepaard met schokjes kan blauw gaan zien. Dit komt omdat de baby tijdens een aanval de adem inhoudt. De baby wordt blauw rond het mondje.
- De baby krijgt schokjes: De schokjes die je ziet bij een baby met benigne ideopatische neonatale epilepsie, bestaan uit kortdurende schokjes. Deze schokjes zie je meestal in de armen en beentjes, maar soms ook met het hoofdje. Soms schokt het lichaampje aan beide kanten, maar dit kan ook enkel aan één kant zijn.
- Duur van de aanvallen: De aanvalletjes duren meestal tussen de 1 tot 4 minuten.
- Wanneer komen de aanvallen: de aanvalletjes kunnen zowel overdag voorkomen, als het kindje wakker is, als wanneer het slaapt. Ze kunnen meerdere malen per 24 uur voorkomen.
- Ontwikkeling van de baby: Baby's zullen zich over het algemeen normaal ontwikkelen. De aanvalletjes zijn niet schadelijk voor de hersenen. Het is wel mogelijk dat de ontwikkeling in de eerste maanden iets trager verloopt. Zodra de aanvalletjes weer geheel zijn verdwenen, zal de ontwikkeling weer normaal verlopen. Een klein deel van de kinderen heeft op latere leeftijd problemen met leren.
Diagnose Op grond van het verhaal van de ouders en door het zien van de aanvalletjes (vaak wordt gevraagd deze op film vast te leggen) kan de diagnose worden gesteld. Wanneer er neurologisch onderzoek wordt verricht, worden er geen afwijkingen gevonden. Het gedrag van baby's met benigne ideopatische neonatale epilepsie is hetzelfde als normale baby's. De diagnose wordt pas echt vastgesteld als alle andere oorzaken voor epilepsie zijn uitgesloten.
Onderzoeken - EEG
Zodra er wordt gedacht aan benigne ideopatische neonatale epilepsie, wordt er een EEG gemaakt. Krijgt een baby tijdens het EEG een aanvalletje, dan zijn er scherpe golven te zien, deze zijn over meerdere plaatsen verspreid te zien in de hersenen. Krijgt het kindje tijdens het EEG geen aanvalletje, dan zijn er bij ongeveer 6 van de 10 kindjes met dit syndroom wel afwijkingen op het EEG te zien. Deze afwijkingen bestaan uit kortdurende reeksen met trage ritmische activiteit. - MRI
Er wordt altijd een MRI- scan gemaakt, ook al zijn er bij baby's met ideopatische neonatale epilepsie geen afwijkingen te zien op deze scan.
Behandeling
Vaak wordt er behandeld met medicatie die nieuwe aanvallen kunnen voorkomen. Vaak wordt de medicatie gegeven totdat het kindje de leeftijd van 3 maanden heeft bereikt, daarna kijkt de arts of er met de medicijnen kan worden afgebouwd.
Ondersteuning
Het is heel belangrijk om ouders van kindjes met benigne ideopatische neonatale epilepsie te begeleiden en ondersteunen, in veel ziekenhuizen zijn epilepsieverpleegkundigen, die deze ondersteuning kunnen geven. Een psycholoog of maatschappelijk werker kan ook begeleiding geven aan de ouders. Veel ouders hebben de behoefte om de diagnose een plaatsje te geven.
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Gerelateerde topics