Het is niet alleen de voet die afwijkt, ook de spieren en pezen in de kuit zijn niet goed ontwikkeld. Meestal is er ook in min of meerdere mate sprake van een vervorming van de botjes in de voet, in het bijzonder van het sprongbeen.
Er zijn drie afwijkingen van de voet op te merken
Als ouder en kind klompvoeten hebben is de kans dat een volgend kind het ook heeft 25%. Als de ouders een zoon met een klompvoet hebben dan is de kans op een klompvoet bij een volgende zoon 2,5%. Als de ouders een dochter met een klompvoet hebben, is de kans op een klompvoet bij een volgende zoon 6,25% en bij een volgende dochter 2,5%.
Hoe worden klompvoeten behandeld?
Meestal wordt een klompvoetje gezien bij de 20 weken echo, maar soms ook pas bij de geboorte. Het is dan heel moeilijk te beoordelen of het gaat om een klompvoet of een voetje dat eruit ziet als een klompvoet, maar het in werkelijkheid niet is. Het is dan belangrijk dat voetjes goed worden bekeken om te voorkomen dat er te laat of verkeerd wordt gediagnosticeerd. Op die manier kan er snel begonnen worden met de juiste behandeling.
Er zijn verschillende behandelmethoden. Hieronder een uitleg over de Ponseti methode. Soms lukt deze methode echter niet en is een operatie wenselijk.
De Ponseti methode
Na de geboorte moet de voet binnen een week tot aan de lies ingegipst worden. Elke week moet dit gips vervangen worden en telkens wordt de voet iets rechter gezet zodat uiteindelijk de voet in de goede stand staat. Dit neemt gemiddeld ongeveer 5 tot 8 weken in beslag, al naar gelang de stijfheid van de klompvoet. Soms nog iets langer. Daarna volgt een kleine (kijk)operatie waarbij de achillespees gekliefd wordt en er nieuw gips om komt dat er 3 weken om moet blijven zitten. Na deze drie weken begint het échte werk. Dan komen de ouders en hun doorzettingsvermogen er bij kijken. Het kindje krijgt dan namelijk schoentjes aangemeten die vastzitten aan een balkje onder de voetjes. Daarbij worden de voetjes in een bepaalde stand gedwongen. Je zou het kunnen vergelijken met een snowboard, maar dan heel smal. De eerste drie maanden moet het dag en nacht gedragen worden, zo'n 23 uur per dag. Na die drie maanden alleen tijdens de slaapjes en 's nachts. Dit moet volgehouden worden tot ongeveer vier jaar en daarna zou de voet alles moeten kunnen wat normale voeten ook kunnen. Soms zijn er dan nog steunzooltjes nodig, maar over het algemeen kan het kindje gewoon normale schoenen aan. Mocht na die vier jaar blijken dat er een terugval is, dan moet alsnog geopereerd worden, maar dit is maar in een klein aantal gevallen nodig. Filmpjes & meer info
Soms zijn de voetjes zó stijf zijn dat de Ponseti methode niet werkt. De voetjes lijken telkens toch weer in hun ‘originele’ stand terug te gaan. Een operatie is dan noodzakelijk.
Posterior release
Als bij de voetjes na het gipsen de varusstand (de voet staat naar binnen gekanteld) en de adductiestand (de voorvoet wijst naar binnen) goed gecorrigeerd zijn, kan deze methode toegepast worden. Hierbij wordt dan niet alleen de achillespees gekliefd (om de spitsstand te verhelpen), óók worden de achterste gewrichtskapsels doorgesneden.
Posteromedial release
Hierbij worden, naast de behandeling zoals bij de posterior release, ook de pezen aan de binnenzijde van de voet gekliefd zodat de voet rechtgezet kan worden.
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Gerelateerde topics