Het aanbieden van vast voedsel in stukken en het zelf laten opeten, is genoemd naar de Engelse onderzoekster Gill Rapley.
Deze manier van bijvoeding introduceren wordt steeds meer gebruikt. Er zijn ook veel ouders die nog kiezen voor de traditionele manier van bijvoeding, wat overigens ook een prima manier is. Je zou zelfs kunnen kiezen om de ‘gepureerde’ variant te combineren met het aanbieden van pak-klare stukken vast voedsel. Het is niet zo dat stukjes-eten alleen maar geschikt is voor borstgevoede kinderen, zoals wel eens beweerd wordt. Groot verschil is wel dat borstgevoede kinderen een sterkere mond- en kaakontwikkeling hebben en gewend zijn om voedsel tot zich te nemen op eigen verzoek.
Baby’s van zes maanden kunnen kauwen. Niet omdat ze dit geleerd hebben van hun ouders, maar omdat hun eigen ontwikkeling hen hiertoe in staat stelt. Echter, een baby zal pas gaan kauwen nadat hij geleerd heeft om dingen te pakken en naar zijn mond te brengen. In principe loopt een te jonge baby dus geen ‘gevaar’ om middels deze methode te gaan eten, want hij zal niet zelfstandig voedsel naar zijn mond brengen.
Er is één nadeel: het kan een behoorlijke rommel geven! De voordelen zijn dat een kind zelf kan bepalen wat en hoeveel het eet. Een kind kan goed naar het eigen lichaam luisteren en eigen behoeftes volgen. Vanaf de geboorte blijkt dit al aan de borst: een kind weet instinctief goed de borst te vinden en geeft zelf aan wanneer hij honger heeft of genoeg heeft gedronken. Het is van belang dat een kind niet verleert naar het eigen lichaam te luisteren, net zoals hij bij borstvoeding deed. Honger is honger, genoeg is genoeg. Een ander voordeel is dat je altijd gezellig samen kunt tafelen; je hoeft je kind immers niet te voeren, maar hij eet zelfstandig mee.
Bij het bijvoeden met geprakt/gepureerd voedsel heeft een ouder de leiding: het kind wordt over het algemeen gevoerd met een lepel en krijgt bijvoorbeeld het eten wat de ouder heeft gemaakt, of eten uit potjes die de fabrikant heeft samengesteld. Dan bepalen ouders dus wat, hoeveel en wanneer het kind eet. Maar het kind kan het ook goed zelf bepalen, en zelf de leiding hebben. Het krijgt dan voedsel apart aangeboden. Het komt met verschillende geuren, smaken, kleuren en texturen in aanraking. Je kind kan ruiken, voelen, proeven en spelenderwijs kennis maken met vast voedsel. Wat het kind niet lust kan blijven liggen. Hierdoor gaat een kind vaak gevarieerder eten en zijn ze minder kieskeurig.
Als er geprakt of gepureerd voedsel aangeboden wordt, kan een kind vaak niet schiften in wat hij wel of niet wil eten. Wanneer een kind iets niet lekker vindt bedankt hij voor de gehele maaltijd. Soms is het dan ook nog eens lastig erachter te komen wat het kind nou precies niet lekker vindt. Tevens blijkt zelf eten goed voor de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. Denk hierbij aan bijvoorbeeld wortels/banaan (grove motoriek) en het eten van rijst of erwtjes (fijne motoriek). Hij ziet, ruikt, voelt, pakt, proeft… allemaal leermomenten voor het kind, met een positief effect heeft op zijn welzijn.
Naar je kind kijken blijft van essentieel belang. Een kind wat niet rechtop kan zitten en zijn hoofd niet recht op zijn romp kan houden, kan ook niet goed eten. Wanneer je het kind eten aanbiedt en hij het niet in zijn mond stopt, is de tijd voor vast voedsel nog niet daar. Je kind zal te zijner tijd zelf aangeven wanneer het toe is aan vast voedsel, door het in zijn mond te stoppen en spelenderwijs te gaan eten.
De kokhalsreflex is belangrijk bij het leren eten. Deze bevindt zich bij de geboorte voor in de mond en verschuift zich naar verloop van tijd naar achteren. Dit gebeurt zo ongeveer rond zes maanden. Geef je het kind vast voedsel en blijft hij dit naar buiten werken met zijn tong, dan is dat een teken dat het kind nog niet toe is aan vast voedsel. Je hoort vaak dat mensen het eng vinden wegens verslikgevaar of ondervoeding. Maar elke manier van voeden kan onveilig zijn. Het is altijd van belang dat je het kind in de gaten houdt tijdens het eten, op welke manier het kind dan ook zijn eten voorgezet krijgt.
Wanneer je kind te vroeg geboren is, of er is een andere reden waarom je kind niet op een veilige manier voedsel kan verwerken, is overleg met een deskundige noodzakelijk voordat je deze methode van bijvoeding kan introduceren.
‘Het wennen aan en introduceren van vast voedsel kan op geleide van de baby. Jarenlang wist niemand op welk moment een baby zover is dat hij bijvoeding naast de borstvoeding (of kunstvoeding) mag hebben. En daarom nam iedereen maar een eigen standpunt in.’ Het gehele artikel, geschreven door Stefan Kleintjes, kun je lezen op: www.borstvoeding.com/voedselintroductie/blw/bijvoeding.html
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Gerelateerde topics