Normaal zijn irregulaire antistoffen niet in het bloed aanwezig. Deze antistoffen ontstaan na een bloedtransfusie, maar kunnen ook voorkomen na een eerdere zwangerschap. In een enkel geval is het niet duidelijk waarom ze aanwezig zijn. Sinds een aantal jaar wordt regelmatig gecontroleerd of deze irregulaire antistoffen aanwezig zijn. Dit gebeurt aan het begin van de zwangerschap.
Soorten irregulaire antistoffen
Er zijn antistoffen tegen de bloedgroepen A en B en tegen rhesusfactor (D). Er zijn nog vele andere bloedgroepen waartegen antistoffen kunnen bestaan. Het is mogelijk irregulaire antistoffen tegen verschillende van deze bloedgroepen te hebben, maar meestal is slechts een soort aanwezig.
Mogelijke gevolgen voor de baby
Irregulaire antistoffen van de zwangere vrouw komen tijdens de zwangerschap via de placenta bij de baby terecht. Gelukkig hebben niet alle irregulaire antistoffen gevolgen voor de baby, maar sommigen kunnen het bloed van de baby geleidelijk afbreken, waardoor de baby na de geboorte meer kans heeft om geel te worden. Het kan ook voorkomen dat er tijdens de zwangerschap bloedarmoede ontstaat bij de baby.
Of irregulaire antistoffen gevolgen hebben voor de baby, hangt af van de werkzaamheid van de stoffen en de mogelijke bloedgroep van de baby.
Als er stoffen worden gevonden
Wanneer er bij de zwangere vrouw irregulaire antistoffen worden gevonden, wordt eigenlijk altijd het bloed van de partner onderzocht om de bloedgroep te bepalen. De vrouw wordt doorverwezen naar een gynaecoloog en deze zal de uitslagen bespreken met haar en en haar partner. Aan de hand van de bloeduitslagen wordt bekeken welke bloedgroep de baby mogelijk kan hebben.
De gynaecoloog zal bespreken of de antistoffen gevolgen kunnen hebben voor de baby. Wanneer er kans bestaat dat de antistoffen het bloed van de baby kunnen afbreken zal er extra onderzoek plaatsvinden.
Er wordt een bloedonderzoek gedaan. Dit is een ADCC-test, dit onderzoek kan voorspellen hoe groot de kans is dat het bloed van de baby wordt afgebroken. Helaas is het onderzoek niet altijd even betrouwbaar en daarom volgt meestal ook een echoscopisch onderzoek om te zien of er bij de baby al tekenen zijn van bloedarmoede. Mochten deze onderzoeken geen afwijkingen opleveren, dan mag de vrouw gewoon op de uitgerekende datum bevallen.
Zijn er wel aanwijzingen dat het bloed van de baby wordt afgebroken, dan kan de gynaecoloog adviseren om de bevalling vóór de uitgerekende datum in te leiden. In een heel enkel geval is er sprake van zeer ernstige bloedafbraak (en bloedarmoede). Dan wordt een bloedtransfusie gedaan bij de baby in de baarmoeder. De kans is wel erg groot dat de baby op de couveuse afdeling wordt opgenomen, ter observatie of voor behandeling onder een blauwe lamp. Een enkele keer is het nodig de baby opnieuw bloed te geven (wisseltransfusie).
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Zie ook deze informatieartikelen: · Tests voor de zwangerschap · Candida infectie · Chlamydia · Hemoglobine · Hepatitis B · HIV en AIDS · Rodehond · Toxoplasmose · Vaginale infecties · Waterpokken
Gerelateerde topics