Het waterpokken-virus is een infectie die wordt veroorzaakt door het vancella-zoster-virus. Deze ziekte komt vooral voor bij jonge kinderen en meestal in een milde vorm. Krijgt een volwassene de waterpokken, dan verloopt de ziekte heftiger. Ongeveer 95 procent tot 99 procent van de Nederlandse en Belgische bevolking is reeds volledig beschermd. Deze hebben (al dan niet ongemerkt) de waterpokken infectie als kind doorgemaakt. En dus afweerstoffen aangemaakt.
Het vancella-zoster-virus verspreidt zich via druppeltjes die uit de mond of neus van een besmet persoon in de lucht terecht komen, wanneer deze hoest of niest. Mensen in de omgeving ademen deze druppeltjes in en kunnen besmet raken. Waterpokken kan zich ook verspreiden via direct contact met de huiduitslag van een besmet persoon. Andere mogelijke manieren van besmetting zijn het gezamenlijk gebruik van een handdoek of elkaar de hand geven. Normaal gesproken zijn mensen die deze ziekte hebben doorlopen voor de rest van hun leven immuun.
Verschijnselen Een besmet persoon krijgt normaal gesproken 2 tot 3 dagen voordat de uiterlijke kenmerken optreden, last van verkoudheidsverschijnselen, zoals koorts, oogirritatie, hoesten en een gevoel van lusteloosheid. Zodra de koorts zijn hoogtepunt heeft bereikt, verschijnt de uitslag in de vorm van extreem jeukende, kleine verhoogde vlekjes op de huid, die zich ontwikkelen tot kleine heldere blaasjes. Het duurt slechts een paar uur, voordat de uitslag zich in groepjes op de romp en het gezicht hebben gevormd. Hierna verspreiden de blaasjes zich over de rest van het lichaam. Mogelijk komen er ook blaasjes in de mond, oren en neus. Wanneer er geen nieuwe blaasjes meer komen, verdwijnt de koorts. De blaasjes zelf drogen in een paar dagen tijd uit tot korstjes. Het virus is besmettelijk voor andere mensen vanaf 2 dagen voordat de uitslag verschijnt, totdat alle blaasjes zijn ingedroogd.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de verschijnselen en een lichamelijk onderzoek van de patiënt. Ook kan het bloed worden onderzocht, of een kleine hoeveelheid vocht uit de blaasjes.
Waterpokken tijdens de zwangerschap
Mocht een zwangere vrouw het waterpokken-virus krijgen, dan verlopen de ziekteverschijnselen vaak heftiger dan bij kinderen (dit geldt overigens voor alle volwassenen). De kans op complicaties is gelukkig klein. Ditzelfde geldt voor het risico dat de moeder de infectie overdraagt op de ongeboren baby (foetus).
De foetus Zwangeren die geen afweerstoffen hebben (dit is slechts een zeer klein percentage) kunnen besmet raken. De kans dat daarbij de besmetting wordt overgedragen op de foetus is zoals gezegd, zeer klein. Helaas is het niet onmogelijk. Een besmetting op de foetus kan zeer ernstige afwijkingen ontwikkelen, dit wordt het congenitaal varicella syndroom genoemd. Deze zeldzame aandoening wordt gekenmerkt door ernstige afwijkingen aan bijvoorbeeld de ledematen (de armen en benen zijn dan niet goed gevormd en zeer klein), oogafwijkingen, littekenvorming aan het weefsel en afwijkingen aan het zenuwstelsel. Soms wordt de baby dood geboren. De baby kan ook met het waterpokken-virus besmet zijn als de moeder in de periode van 2 dagen voor de bevalling tot 5 dagen na de bevalling besmet wordt. Deze aandoening komt veel vaker voor en wordt 'neonatale varicella' genoemd. In dit geval zal de baby niet worden beschermd door afweerstoffen van de moeder (die zijn nog niet aangemaakt) en wordt de baby speciaal immunoglobuline toegediend.
Behandeling Bij de meeste mensen hoeven waterpokken niet behandeld te worden. Als de vrouw waterpokken krijgt in de periode direct voor of na de bevalling, dan moet de pasgeboren baby een immunoglobulineninjectie krijgen.
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Zie ook deze informatieartikelen: · Tests voor de zwangerschap · Candida infectie · Chlamydia · Hemoglobine · Hepatitis B · HIV en AIDS · Antistoffen · Rodehond · Toxoplasmose · Vaginale infecties
Gerelateerde topics