Hoe komt het
De precieze oorzaak van het overlijden van de foetus (vanaf de 8e week tot de geboorte) is niet altijd te achterhalen. Er kunnen problemen zijn geweest met de navelstreng of placenta. De navelstreng kan bijvoorbeeld in een knoop raken, of de placenta kan loslaten van de baarmoederwand voordat de baby geboren is. Bij een veel te hoge bloeddruk of slecht ingestelde diabetes neemt de kans op een doodgeboorte toe. Hierbij kan de placenta namelijk niet optimaal functioneren.
Doodgeboorte kan ook optreden als de foetus een ernstige erfelijke of aangeboren afwijking heeft, maar ook een bevalling vóór de levensvatbare periode van 24 á 25 weken is een belangrijke oorzaak voor sterfte rond de bevalling. Bepaalde infectieziekten die van de moeder op de foetus worden overgedragen, zoals listeriosis (deze bacterie kan voorkomen in rauwmelkse zachte kaas), zijn soms verantwoordelijk voor sterfte van de foetus in de baarmoeder. Soms kan er helemaal geen oorzaak voor het overlijden worden gevonden.
Als het misgaat
Een teken dat kan wijzen op mogelijke sterfte van de baby in de baarmoeder, is geen leven voelen. Als je merkt dat de bewegingen minder worden of stoppen, aarzel dan niet je verloskundige of arts te bellen. Deze zal naar het hartje van het kind luisteren en, afhankelijk van de zwangerschapsduur, een registratie van de harttonen (CTG) laten maken om na te gaan hoe het kind het in de baarmoeder maakt. Mocht het CTG duiden op een slechte conditie van het kind, dan bepaalt de gynaecoloog aan de hand van de zwangerschapsduur en bijkomende factoren het verdere beleid. Soms blijkt inderdaad dat de baby in de baarmoeder is overleden. Als je te horen krijgt dat het kindje in je buik niet meer leeft komt dat als heel grote schok. Een grote vraag naast het verdriet is vaak: Waarom overkomt dit òns? Onderzoek naar de reden van het overlijden bestaat meestal uit bloedonderzoek, soms uit onderzoek naar infecties, uit onderzoek van de placenta en, als je daar toestemming voor geeft, uit obductie (lijkschouwing) om te zien of er aanwijzingen zijn voor aangeboren afwijkingen.
Afscheid nemen
Voor de emotionele verwerking is het heel belangrijk uitgebreid en op je eigen manier afscheid van het kindje te nemen. Je kunt je kind een naam geven, het vasthouden en knuffelen en er foto's van maken. Hoewel ouders vaak huiverig zijn om hun doodgeboren kind te zien en vast te houden, leert de ervaring dat ze dit achteraf niet hadden willen missen. Het is goed dat je eventuele andere kinderen en enkele dierbaren je kind ook zien. Je kunt er later dan gemakkelijker over praten.
Afhankelijk van de zwangerschapsduur, kan hier ook een begrafenis of crematie bijhoren - een afscheidsceremonie kan zeer troostrijk zijn. Eenmaal weer thuis wordt je nog eens extra geconfronteerd met je verlies, de babykamer die leeg blijft, reacties van buitenstaanders. En dan is er ook nog je lichaam waarin de hormonen rondrazen, het vloeien, je borsten die zich klaarmaken voor de productie van moedermelk. Voor dit laatste kun je het beste een strakke beha dragen en even niet te veel drinken.
Er zijn ook medicijnen om de melkproductie te remmen, mocht het nodig zijn dan kun je hier naar vragen bij je huisarts. Ongeveer zes weken na de bevalling heb je een nagesprek bij de arts. Als er resultaten van onderzoeken zijn worden die met je besproken. Het kan ook zijn dat de oorzaak onduidelijk blijft. Ook kan het beleid bij een eventuele volgende zwangerschap ter sprake komen. Het is goed om van te voren je belangrijke vragen op te schrijven en mee te nemen.
Weer aan het werk
Als je een baan hebt, beslis dan zorgvuldig over het moment dat je weer wilt beginnen. Het is niet ongewoon om het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof van 16 weken op te nemen. Het is goed om dit te bespreken met je werkgever, de bedrijfsarts, en met het GAK. Schakel bij problemen je huisarts of een hulpverlener van het ziekenhuis in. Je kunt overwegen de eerste periode weer 'op therapeutische basis' te beginnen: je bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel uur je werkt, afhankelijk van hoe je je lichamelijk en geestelijk voelt. Voor je partner kan het ook moeilijk zijn om 'gewoon' weer aan het werk te gaan, hoewel het sommigen ook steun geeft. Als het nodig is kan ook hij contact opnemen met de bedrijfsarts. Verdriet 'wegstoppen' is niet goed en kan later alsnog problemen geven.
Weer zwanger worden
Na een doodgeboorte heb je misschien het gevoel dat je zo snel mogelijk weer zwanger wilt worden. Hoewel hier medisch gezien meestal niets op tegen is, kan het verstandig zijn hier nog even mee te wachten tot je emotioneel enigszins bent hersteld. Onderschat de impact van het verlies op langere termijn niet, soms treden lichamelijke of psychische klachten op. Verdriet steekt vaak ook later weer de kop op, zoals bij de uitgerekende geboortedatum, bij de 'verjaardagen' van het overlijden, of bij de geboorte van een baby in je nabije omgeving. Bijna altijd krijg je bij een volgende zwangerschap een medische indicatie voor specialistische begeleiding van zwangerschap en baring.
Geschreven voor Babybytes door L. Ward, werkzaam als gecertificeerd intensive care neonataal verpleegkundige.
Zie ook deze informatieartikelen: · Blighted Ovum · Buitenbaarmoederlijke zwangerschap · Herhaaldelijke miskramen · Miskraam · Missed abortion · Molazwangerschap · Zwanger na verlies · Curettage
Gerelateerde topics