Sinds 2011 worden baby's die zeer vroeg geboren worden vanaf 24 weken behandeld, tenzij de ouders hier vanaf zien. Artsen twijfelen nu of dit niet omgedraaid moet worden: pas behandelen als ouders hier expliciet om vragen.
Psycholoog Nynke Weisglas-Kuperus en emeritus hoogleraar kindergeneeskunde Pieter Sauer vertelden gisteren in Trouw over hun onderzoek naar de gevolgen van prematuriteit. Uit het onderzoek bleek namelijk dat slechts één op de vier kinderen - die ernstig prematuur geboren worden - op de tweede verjaardag volledig gezond is en zich normaal ontwikkelt. De helft van de kinderen overlijdt en de overige 25% heeft een neurologische- , verstandelijke- en/of fysieke beperking.
Dilemma
Monique Rijken, neonatoloog in het Leidse UMC en voorzitter van de werkgroep ‘Landelijke Neonatale Follow-up’ onderschrijft deze bevindingen. Toch raadt ze niet per se aan om de behandeling voor kinderen die met 24 weken geboren worden dan maar te staken. "Het dilemma zit er juist in dat één op de vier kinderen zich wél normaal ontwikkelt en een gezond leven tegemoet gaat. Bovendien is het ook niet aan ons om te zeggen dat een kind met een beperking geen recht heeft op een kans."
Om die reden denkt Rijken dan ook niet dat een 'niet behandelen, tenzij...'-aanpak doorgevoerd zal gaan worden. Toch pleit ze ervoor om ouders duidelijk te maken dat er een keuze ís. Artsen moeten namelijk beseffen dat sommige ouders de mogelijkheid tot niet-behandelen soms niet durven te bespreken. Samen met haar collega's wil Rijken een richtlijn opstellen waarin 'stop-criteria' komen te staan.
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Reageer op dit artikel
reacties (6) Stuur een bedankje