Het ligt soms op het puntje van mijn tong: tegen mijn man zeggen ‘Zie je wel… Ik zei toch dat je…’ als het om opvoedkundige zaken gaat. Maar ik houd me in, want ik vind het zelf ook niet leuk als ‘ie dat tegen mij zou zeggen. Maar er zijn wel heel veel meer dingen die je beter niet tegen je partner kunt zeggen als het om het ouderschap gaat…
Het is niet altijd even makkelijk om ouder te zijn. We doen ons best en we doen het niet allemaal op dezelfde manier. Ook je partner heeft zijn eigen manier om ouder te zijn. Soms is dat moeilijk om te accepteren, omdat je het zelf misschien heel anders zou aanpakken, maar soms is het beter. Toch heb je snel de neiging om dan dingen tegen je partner te zeggen die niet echt bevorderlijk zijn voor jullie relatie. En ja, het ouderschap doe je toch (meestal) samen. En jullie willen allebei het beste voor je kind dus vertrouw elkaar.
Wat kun je beter niet zeggen om elkaar niet in twijfel te trekken wat betreft het ouderschap:
1. ‘Zo doet hij bij mij nooit’
Als ik mamadag heb of hij papadag dan gaat zo’n dag negen van de tien keer heel gemoedelijk. Weinig ruzie, het is gezellig en er hangt een goede sfeer, totdat de ander van werk thuiskomt. Op de een of andere manier wordt de sfeer dan compleet verstoord. En ja: dan zegt de thuisblijver heel vaak tegen de net thuiskomende: ‘En de hele dag was het juist zo gezellig’. Alsof het jouw schuld is… Niet leuk om te horen, dus probeer die woorden in de te slikken, want het ligt heus niet aan jou dat de sfeer dan ineens kan omslaan. Het zou ook zomaar kunnen dat aan de eind van de dag je kind vermoeid is en dus niet meer zoveel kan hebben.
2. ‘Je hebt niet goed genoeg op hem gelet’
Het kan soms heel snel gaan als je je kind slechts een seconde uit het oog verliest. Dat kan iedereen overkomen en soms gebeuren er dan vervelende dingen. Hij rol van de commode af, hij heeft een druif in zijn neusgat gestopt… Je voelt je al rot genoeg als het onder jouw toeziend oog gebeurt, dus dat hoeft de ander niet nog even te benadrukken. Het had jou misschien ook kunnen overkomen.
3. ‘Ik zei toch dat je…’
Dat voelt lekker hè, als blijkt dat je toch gelijk hebt. Maar nogmaals: even extra benadrukken, hoeft nu ook weer niet. Er zijn al genoeg dingen waarover je je onzeker kunt voelen als ouder en je hoeft je partner niet slechter te voelen over fouten die hij/zij maakt.
4. ‘Maar dat staat niet in de boeken/op internet’
Bij mijn eerste zoog ik als het ware alle informatie die ik voor handen kon krijgen: boeken, het internet. Ik las me suf. Mijn man wat minder. Dus ik had er wel een handje van om telkens te verwijzen naar wat ik had gelezen. Maar ja, dat betekent niet automatisch dat het zo is. Ik bedoel: je komt ook heel wat tegen in de literatuur en op sites die elkaar tegenspreken.
Heb vertrouwen in je partner: die wil tenslotte ook het beste voor jullie kind!
5. Heb je … al geprobeerd om hem te laten slapen?’
Is je partner bezig om jullie kind in slaapt te krijgen, ga dan niet allerlei tips geven als ‘heb je al geprobeerd om…’ De ander weet heus wel welke manieren jullie hebben om jullie kind tot rust te laten komen en in slaap te laten vallen. Vertrouw erop dat het goedkomt en rol je ondertussen even op je andere zij en pak de slaap die je kunt pakken!
Heb jij wel eens iets tegen je partner gezegd, wat je beter voor je had kunnen houden als het om opvoedkundige zaken gaat?
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Reageer op dit artikel
reacties (2) Stuur een bedankje