Tips: de taalontwikkeling van je kind stimuleren
- Evi Potze
- in Kinderen
- 2
- 15042
- 10/01/2017
De meeste ouders lezen hun kinderen regelmatig voor, zingen samen liedjes en hebben gesprekjes samen. Helaas is dit niet altijd vanzelfsprekend binnen alle gezinnen. In Nederland komt het nog vaak voor dat er taalachterstanden geconstateerd worden.
Door weinig ‘taal’ aan te bieden, loopt je kind kans een taalachterstand te ontwikkelen. Weinig taal aanbieden is niet altijd de oorzaak van een taalachterstand. Echter heb je als ouder wel veel invloed op de taalontwikkeling van je kind. Jonge kinderen leren taal namelijk vooral thuis.
Baby’s
De taalontwikkeling start vanaf de geboorte van een kind. Een pasgeboren baby hoort de stem van de moeder en reageert hierop. Dit is al een onderdeel van de taalontwikkeling. Ook huilen is een soort van praten voor de baby. Daarmee geven baby's aan dat er iets is. Kijk daarom goed naar je baby en probeer te begrijpen wat hij of zij aangeeft. Het is dus belangrijk om vanaf de geboorte veel contact te maken met je baby.
Ik hoor wel eens ouders zeggen: “Mijn baby kan nog niet praten, dus heeft het ook geen zin om iets tegen ze te zeggen”. Dat is natuurlijk klinkklare onzin! Grijp die momenten tijdens bijvoorbeeld het luier verschonen, het geven van de fles of het fruithapje. Voer gerust een gesprekje met je baby, lees een kort verhaaltje bij het slapengaan, zing een liedje of benoem heel simpel de dingen om jou en je baby heen. Vertel wat je aan het doen bent.
Op welke manieren kun je als ouder een taalrijke (leer)omgeving aanbieden en je kind stimuleren in hun taalontwikkeling?
Als ouder heb je dus veel invloed op de taalontwikkeling van je kind, omdat taal voornamelijk thuis wordt geleerd. Creëer als ouder een taalrijke omgeving voor je kind. Het creëren van een taalrijke omgeving is eigenlijk best simpel: bied taal aan door voor te lezen, liedjes te zingen, gesprekken te voeren en dingen bij naam te benoemen. Doe dit op een interactieve manier zodat kinderen niet alleen hoeven te luisteren maar ook iets terug moeten zeggen. Bij het voorlezen van een prentenboek doe je dit bijvoorbeeld door tussen het voorlezen door simpele vragen te gaan stellen over de plaatjes of over het verhaal. Stel vragen die ze niet alleen met ja of nee kunnen beantwoorden. Stimuleer hierbij het denken.
Voorschoolse voorziening
Vanaf 2,5 jaar mogen kinderen gebruik maken van een voorschoolse voorziening zoals een peuterspeelzaal. Ik adviseer dan ook je kind hiervoor in te schrijven. Gaat je kind op deze leeftijd al naar een kinderdagverblijf dan is er hier ook sprake van een voorschoolse voorziening. Momenteel zijn de kwaliteitseisen voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gelijkgesteld. Dit betekent dat er zowel op het kinderdagverblijf als op de peuterspeelzaal een pedagogisch beleid en –werkwijze wordt gehanteerd om kinderen in hun taalontwikkeling te stimuleren. Er wordt vaak gewerkt met een “taalprogramma” en daarnaast leren kinderen op een voorschoolse voorziening natuurlijk ook veel van elkaar.
Taalachterstand?
Rond ongeveer één jaar gaat je kind klanken combineren wat “brabbelen” heet. Ook gaat je kind tussen 1 en 1,5 jaar meer woorden zeggen. Tussen 2,5 en 3 jaar kunnen ze al zinnetjes maken van drie woorden. Tussen 4 en 5,5 kunnen kinderen verhaaltjes navertellen, maar mogen ze hierbij nog wel problemen hebben met meervoudsvormen en vervoegingen. Rond 5,5 jaar kunnen kinderen al lange en samengestelde zinnen gebruiken en spreekt het ongeveer als een volwassene.
Het is natuurlijk niet altijd het geval dat wanneer je kind bovenstaande mijlpalen niet haalt, een taalachterstand heeft. Maak je je als ouder toch zorgen om de taalontwikkeling van je kind dan adviseer ik om contact op te nemen met het consultatiebureau of logopedist(e). Zij kunnen je hierin adviseren en eventueel een onderzoek starten.
Er zou bijvoorbeeld sprake kunnen zijn van bijvoorbeeld, slechthorendheid, een taalstoornis of een geestelijke of lichamelijke achterstand. Ook bij kinderen met een contactstoornis of een vorm van autisme komt de taal laat op gang.
Tweetalig
Tweetalig opvoeden? Geen probleem! Zorg echter wel dat er balans is en biedt beide talen in kwalitatief goede interacties aan. Tweetaligheid bij kinderen hoeft dus geen enkel probleem te vormen wanneer kinderen de twee talen vroeg aangeboden krijgen, tussen 0 en 7 jaar. Voorwaarde hierbij is dat de taal voor het kind gekoppeld wordt aan een bepaalde persoon (vader/moeder), een bepaalde situatie (thuis/school) of een bepaald vast moment op de dag binnen het gezinsleven.
Tips op een rijtje:
Onderstaand heb ik voor jullie nog wat belangrijke tips op een rijtje gezet om als ouder je kind te stimuleren in de taalontwikkeling en een taalrijke (leer)omgeving te creëren.
- Praat op een normale manier met je kind. Dus gewone zinnen maken, zonder hierin babytaal te gebruiken. Als je bijvoorbeeld zegt: “Wat een leuke hond is dat daar”, klinkt dat beter dan “leuke woef woef zeg”.
- Zing liedjes, lees vaak voor of voer gesprekjes met je kind.
- Lees interactief voor: ga er echt voor zitten om samen met je kind in een plaatjesboek naar wat daar gebeurt te kijken en daag ook je kind uit om dingen te vertellen wat het ziet.
- Kinderen laten vertellen wat ze hebben meegemaakt, stimuleert heel sterk de taalontwikkeling.
- Ook broertjes en zusjes stimuleren als ze samen met je kind spelen de ontwikkeling van de taal.
- Herhaal de woorden die je kind niet goed uitspreekt op de juiste manier. Vraag je kind NIET om het woord goed te herhalen. Door jouw goede voorbeeld leert je kind het woord vanzelf goed.
Zijn jullie bewust bezig met het stimuleren van de taalontwikkeling van jullie kleintjes?
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Reageer op dit artikel
reacties (2) Stuur een bedankje