23. Borstvoeding; Waar en Nietwaar 3

En we gaan nog even door:

Artsen weten veel van borstvoeding af.

Niet waar (helaas)

Uiteraard zijn er uitzonderingen. Toch leerden slechts weinig artsen in Noord-Amerika of West-Europa tijdens hun opleiding iets over borstvoeding. En nog minder artsen leerden iets over de praktische aspecten zodat ze moeders bijvoorbeeld zouden kunnen helpen met het starten of voortzetten van borstvoeding. Na hun opleiding komt de meeste informatie over babyvoeding die de artsen krijgen, van vertegenwoordigers van kunstvoedingfabrikanten of van reclame.

Kinderartsen weten tenminste wel veel over borstvoeding.

Niet waar (HELAAS)

Uiteraard zijn er uitzonderingen. Maar in hun specialistenopleiding leerden kinderartsen formeel niets over  borstvoeding en wat ze hier en daar oppikten, was vaak fout. Door kinderartsen in opleiding wordt borstvoeding zelfs vaak gezien als een hinderpaal voor 'goede medische zorg' voor de in het ziekenhuis opgenomen baby's.

Een vrouw die zwanger wordt, moet stoppen met borstvoeding.

Niet waar

Als moeder en baby dit willen, kan de borstvoeding voortgezet worden. Er zijn vrouwen die het oudere kind zelfs na de geboorte van de nieuwe baby borstvoeding blijven geven. Veel moeders stoppen als ze zwanger worden vanwege gevoelige tepels of om andere redenen met borstvoeding geven. Maar eigenlijk is er geen haast bij om de borstvoeding af te bouwen. En evenmin zijn er medische redenen om te stoppen. Vaak zijn er zelfs goede redenen om door te gaan met borstvoeding. De melkproductie zal waarschijnlijk tijdens de zwangerschap teruglopen, maar als de baby ook ander voedsel krijgt, is dit meestal geen probleem. Er zijn alleen wel baby's die als de melkproductie laag is, stoppen met drinken aan de borst.

(dit heet tandemen en heeft als grote voordeel dat de borstvoeding al op gang is)

Het is te moeilijk en lastig om een tweeling borstvoeding te geven en je hebt te weinig.

Niet waar

Als de borstvoeding goed verloopt is het zelfs gemakkelijker om een tweeling op deze manier te voeden dan met flessen. Daarom is het zo belangrijk dat bij tweelingmoeders extra moeite wordt gedaan om de borstvoeding goed op de rails te krijgen. Sommige vrouwen hebben zelfs drielingen volledig zelf gevoed. Dit vergt uiteraard veel tijd en werk, maar twee- en drielingen voeden vergt sowieso veel tijd en werk, ongeacht de manier waarop ze gevoed worden.

Borstvoeding geven aan een kind van drie of vier jaar oud is abnormaal en slecht voor het kind omdat dit een te grote afhankelijkheid tussen moeder en kind creëert.

Niet waar

Sinds het begin der mensheid is het in de meeste culturen volkomen normaal tot de leeftijd van twee tot vier jaar borstvoeding te geven. Pas sinds ongeveer de laatste 100 jaar begon men borstvoeding geleidelijk te zien als iets dat beperkt moest worden. Driejarige kinderen die nog borstvoeding krijgen zijn niet overdreven afhankelijk. Integendeel. Zij zijn meestal erg zelfverzekerd en dus onafhankelijker. Ze zullen zelf, met vriendelijke aanmoediging van de moeder, de stap nemen om te stoppen met borstvoeding, en zich als gevolg daarvan veilig voelen als ze dit punt bereikt hebben.

Je melk kan zomaar opeens op zijn.

Niet waar!

Afgezien van schommelingen van dag tot dag of een verschil tussen ochtend en avond, verandert de melkproductie niet in één klap. Er zijn een aantal situaties waarbij het wel kan lijken alsof de productie ineens minder is:

De baby heeft plotseling behoefte aan meer melk, de zogenaamde regeldagen of groeispurts. Als dit de reden is voor het schijnbaar melktekort, volstaat het om een paar dagen vaker aan te leggen. Probeer als de baby drinkt met je hand borstcompressie toe te passen zodat hij meer melk kan drinken.

Een verandering in het gedrag van de baby. Ongeveer rond de vijfde of zesde week kan het gebeuren dat baby's nu beginnen te huilen of in de borst te knijpen als de melk minder snel stroomt, terwijl ze daarvoor aan de borst in slaap vielen als de melktoevoer verminderde. Dit wil niet zeggen dat de melk 'op' is, maar dat het gedrag van de baby verandert. Probeer ook hier om borstcompressie toe te passen om de baby te helpen meer melk te krijgen.

De borsten voelen zacht of niet gevuld aan. Na een paar weken is het normaal dat de moeder geen stuwing meer heeft of geen volle borsten meer voelt. Zolang de baby drinkt hoef je jezelf hier geen zorgen over te maken.

De baby drinkt niet meer zo goed aan de borst. Vaak komt dit doordat flesjes of een fopspeentje werden gegeven, waardoor een foute zuigtechniek wordt aangeleerd.

Het gebruik van de anticonceptiepil kan soms de hoeveelheid melk verminderen. In deze gevallen kan een pil op basis van uitsluitend progesteron of een andere anticonceptiemethode worden overwogen. Of gebruik een andere methode. Andere drugs die de melkproductie kunnen laten teruglopen zijn Sudafed (pseudoefedrine), sommige anti-histamines, en misschien diuretica (plaspillen).

Als de baby echt onvoldoende lijkt te krijgen, zoek dan deskundige hulp maar geef geen flesjes, want dat kan het probleem erger maken. Als het absoluut nodig is om bijvoeding te geven, gebruik dan een borstvoedingshulpset, zodat de borstvoeding zelf niet in het gedrang komt. Er kan echter veel worden gedaan voordat er bijgevoed moet worden. Zoek hulp en probeer borstcompressie toe te passen om de baby te helpen melk uit je borst te krijgen.

Tepel/speen verwarring bestaat niet.

Niet waar

Maar de baby is niet verward, hij weet precies wat hij wil! Een baby die een langzame stroom van de borst krijgt en dan een snelle stroom van een fles, zal dat snel genoeg uitvinden. Sommige baby's hebben een  uitgesproken voorkeur voor de linker- of de rechterborst. Baby's die met de fles gevoed worden, verkiezen vaak een bepaald speentje. Dus er bestaat wel degelijk iets als de ene speen/tepel boven de andere verkiezen. De vraag is hoe snel zo'n voorkeur ontstaat. We kunnen aannemen dat een dergelijke voorkeur al na een of twee flessen kan optreden. Een baby die moeite heeft met het drinken uit de borst, heeft misschien nooit een speen gehad, maar het aanbieden van een speen zal de situatie zelden verbeteren en hem vaak verslechteren.

Merk op dat diegenen die zeggen dat tepel-speenverwarring niet bestaat vaak adviseren om vroeg te starten met het geven van flessen 'zodat de baby het niet zal weigeren'.

o.a.Bron: http://www.borstvoeding.com/fabeltjes/fabeltjes-4.html

583 x gelezen, 0

reacties (0)