103. Speelzaal MET ouders.
Ikzelf vind nogal wat nadelen zitten aan een Kinderdagverblijf (KDV) en ben van mening dat dit ook niet geheel ten goede komt van de jonge ontwikkeling van je kind.
Helaas hebben wij een cultuur en regering die hier erg weinig waarde aan hecht. Ik pleit dan ook om het geld wat men heeft voor een KDV aan de ouders te geven zodat die zelf kunnen beslissen wat de beste (vaste begeleiding) opvang is voor hun kindje. Want veel ouders moeten wel en hebben niets te kiezen.
Kindjes kunnen pas vanaf ongeveer 4 jaar samen spelen. Desondanks vind ikzelf het wel belangrijk dat ze voor die tijd al in aanraking komen met andere kinderen, ander speelgoed, andere regels etcetcetc. Maar als je niet hoeft en/of geen KVD wilt, en weinig andere moeders met kinderen kent, zijn die mogelijkheden vrij beperkt.
Na lang zoeken kwam ik erachter dat er toch verschillende oplossingen zijn.
(meer dan je denkt !)
Een hiervan is de Speelzaal.
De Speelzaal is van 1 tot 4 jaar. Er wordt 1 of 2 ochtenden per week gespeeld MET ouder(‘s /oma’s/oppas etc) Gezellig samen spelen voor ouders & kind is het motto.
Dit soort Speelzalen zit ook in Amstelveen, Amsterdam, Weesp en Wijchen.
http://www.springplank-wijchen.nl/index.html
Ook hoor ik van kennissen dat er toch meer mogelijkheden zijn om SAMEN met je kindje een soort van KDV-achtige omgeving te bezoeken, dan dat er op het eerste gezicht zijn. De veiligheid en vertrouwdheid van mama in combinatie met de diversiteit, routine, etc van een KDV. Win-win situatie !
Speelontwikkeling van een kind:
<2 jaar:
Kinderen zijn tot ongeveer hun tweede jaar nog grotendeels op zichzelf gericht. Alles draait in de beleving van het kind nog om het kind en in het spel heeft het kind nog weinig anderen nodig. Natuurlijk zoekt een dreumes wel interactie, bijvoorbeeld met de ouders of een broertje of zusje. Maar meestal worden deze mensen nog niet echt opgenomen in het spel. Een dreumes kan heel erg genieten van Kiekeboe, maar pakt daarna weer zijn auto om alleen door de kamer te rijden. Een dreumes vindt het nog heel moeilijk om op zijn beurt te wachten, wil speelgoed nog helemaal niet delen en beleeft er nog geen plezier aan een ander ook iets te gunnen.
2 jaar:
Dan zo rond het tweede jaar zien we een verandering plaats vinden. Het kind gaat zich wat meer naar buiten richten en raakt steeds meer geïnteresseerd in wat anderen doen. Deze interesse is nog wel erg op het kind zelf gericht. Een jonge peuter is benieuwd naar wat andere kinderen doen, maar vooral uit het eigen perspectief (kan ik dat ook spelen, wil ik dat speelgoed ook etcetera) Jonge peuters kunnen heel gezellig naast elkaar spelen en daarbij best wat aandacht aan elkaar schenken, maar het blijft bij 'naast elkaar spel' en niet 'met elkaar spelen'. Ieder kind heeft zijn eigen spel. Op deze leeftijd hebben kinderen ook nog te weinig besef van het feit dat anderen ook wensen en gevoelens hebben. Het kind is nog grotendeels op zichzelf gericht. Toch is dit naast elkaar spelen de eerste stap naar het ontwikkelen van het besef dat andere kinderen ook een menig, gevoelens en wensen hebben. Peuters die naast elkaar spelen observeren en imiteren elkaar en leren hier veel van.
3 jaar:
Rond het derde jaar zien we de eerste voorzichtige stappen naar het betrekken van andere kinderen bij het spel. We zien bij driejarige vooral samenspel ontstaan wanneer twee kinderen toevallig met hetzelfde willen spelen. Het is meer de activiteit waardoor de kinderen elkaar vinden dan het vinden van elkaar en dan samen iets gaan doen. Op oudere leeftijd zien we dat kinderen eerst een vriendje kiezen en dan samen met het vriendje verzinnen wat ze gaan doen. Bij driejarige zien we dat twee kinderen bijvoorbeeld op het poppenhuis aflopen en dan maar samen met het poppenhuis gaan spelen. Voor kinderen van drie is dit samen spelen nog wel heel moeilijk en het gaat dan ook vaak gepaard met conflicten. Peuters van drie vinden het nog heel moeilijk om speelgoed te delen en helemaal moeilijk om het eigen spel aan te passen aan de wensen van het andere kind. Voor een peuter is het nog erg moeilijk om iets te doen omdat de ander dat graag wil.
4 jaar:
Vanaf ongeveer vier jaar gaan we dan zien dat kinderen elkaar echt gaan opzoeken om te spelen. Op deze leeftijd ontwikkelen kinderen ook steeds meer spel waarbij ze eigenlijk iemand anders nodig hebben. In je eentje politieman spelen is een stuk minder leuk dan wanneer je een vriendje hebt die de boef wil spelen. En een bordspel is over het algemeen niet in je eentje te spelen. Zo ontdekken kinderen dat er bij veel spel iemand anders nodig is om samen mee te spelen. Vierjarige beginnen ook steeds beter te beseffen dat het kind met wie ze spelen ook gevoelens en wensen heeft en dat hier bij het spelen rekening mee moet worden gehouden. Het ene kind gaat dat wat gemakkelijker af dan het andere kind, maar voor bijna alle iedere vierjarige is dit best zo af en toe nog moeilijk.
Bronvermelding:
http://www.opvoedadvies.nl/
(zie ook blog 58. Te vroege kinderopvang schaadt voor het leven)
http://www.babybytes.nl/vip-blog/BVMAMADAANTJE/1298111097
reacties (0)