............. En nu ben je er dan. En het valt soms allemaal niet mee… Je bent ineens niet meer gewichtloos, soms is het te koud en soms te warm. Je kunt je duim soms niet meer vinden, want je moet nog leren om al je ledematen gecoördineerd te bewegen. Het is afgelopen met een constante toevoer van voedsel; je moet wachten tot het je wordt aangeboden. Ze zien soms niet dat je erom vraagt, want jij spreekt de taal van de volwassenen nog niet en de volwassenen hebben dikwijls moeite om jouw subtiele taal te verstaan. En dan word je zo ongelukkig, dat je begint te huilen, want je weet niet meer wat je moet doen om te zorgen dat ze je begrijpen. En daar word je dan weer hartstikke moe van, en eerst warm en zweterig en daarna koud, als je de inspanning van het huilen niet meer volhoudt. En dan denken ze soms dat het probleem is opgelost, omdat je weer stil bent, maar dat is niet zo, want je bent gewoon te moe en hopeloos geworden. En ze lijken het ook zo druk te hebben.
Ze doen van alles, maar anders dan voorheen mag je er nu niet meer aldoor bij zijn. Mama lijkt zo heel ver weg, je kunt haar niet meer voelen en aanraken en je beweegt niet meer de hele dag met haar mee. Er zijn nog steeds veel prikkels, maar dat zijn prikkels waaraan je niet gewend bent: fel licht, harde geluiden, voortdurende temperatuurswisselingen. Wat een toestand allemaal.
Je kunt aldoor wel weer huilen en het ergste is… mama wordt er nu ook helemaal verdrietig en onrustig van. Ze weet niet hoe ze ervoor moet zorgen dat jullie samen het 'gesprek' op gang houden, hoe de verbondenheid van voor je geboorte kan worden voortgezet, en nu vraag je je af: 'Zo vlak na mijn geboorte willen ze me al laten wennen aan eenzaamheid, maar ik kan mijn eigen problemen nog niet oplossen! Als ik mama of papa aankijk en ze zien mijn lieve gezichtje, dan smelten ze helemaal weg en zijn ze bereid alles voor me te doen, maar als ik zoveel uren alleen moet doorbrengen en ze me in een strak ritme willen dwingen, dan kan ik niet op die manier met ze communiceren.
Is dat voor mij, met mijn eigen persoonlijkheid, nou wel een goed idee, dat ik altijd alleen en altijd op dezelfde plaats in slaap moet vallen? Dat ik strakke doeken om me heen krijg, in plaats van mama's sterke, veilige armen? Dat ik niet met heel veel aandacht omringd mag worden omdat ze denken dat ik dan verwend raak? Dat ik in mijn eentje moet kunnen spelen, zonder de kunst te kunnen afkijken? Dat ik na een maand of drie niet meer 's nachts wakker mag worden? Dat ik zelfredzaam moet zijn, terwijl ik nog lang niet volgroeid ben? Dat ik maar eenmaal per dag in de draagdoek mag? Dat er een minimum en een maximum zit aan de tijd tussen de voedingen? Dat papa en mama de kookwekker op dertig minuten moeten zetten, omdat ze anders te snel naar mij toe komen als ik huil…? Is dat écht een goed idee?'
Lees meer waarom kinderarts Nils Bergman, fysiologe Kerstin Moberg, antropoloog Ashley Montagu, psychiater John Bowlby, de WHO en UNICEF, biochemicus en onderzoeker Peter Hartmann, sociaal wetenschapper Rachel Verweij, allemaal op hun eigen vakgebied dat geen goed idee vinden:
http://www.borstvoeding.com/aanverwant/hechting/net-geboren.html
Bron: www.borstvoeding.com, Marianne Van der Veen-Kolkena
reacties (0)