Leven en dood liggen dichtbij elkaar. Alhoewel ik dit vind klinken als een cliché, ervaren we momenteel maar al te goed de diepe inhoud hiervan. Vanaf het begin van deze zwangerschap was het onzeker of mijn vader de geboorte van dit kindje nog mee zou maken. 9 maanden is erg lang voor iemand met kanker inclusief uitzaaiingen en geen kans op genezing. Maar alhoewel zijn conditie langzaam minder werd, kregen we steeds meer hoop dat hij de kleine nog wel een poosje mee zou maken. Tót afgelopen weekend: ineens lijkt het lijden toe te nemen, de kwalen te verergeren, de moed tot een dieptepunt te zakken. Alhoewel hij persé de aanvraag voor een scootmobiel nog de deur uit wilde hebben, liet hij ook weten bang te zijn er over twee weken niet meer te zijn, moesten er nog wat zaken voor zijn uitvaart geregeld worden en zat hij huulend van ellende en moedeloosheid op zijn stoel. En alhoewel we al zoveel maanden wisten dat dit één van de scenario's was, sloeg de paniek bij mij behoorlijk toe. Dit onder de deskundige leiding van gierende hormonen in een lijf van een hoogzwangere vrouw.
Het hele weekend en ook de maandag was ik alleen maar bezig met de vraag hóe ik in vredesnaam de bevalling kon versnellen en wat me allemaal te wachten kon staan: rouw in een kraamweek, rouw al voor de kraamweek, rouw met een pasgeboren baby. Gevolg was slapeloze nachten, tranen met tuiten en vooral: krampachtig alle mogelijke signalen van een beginnende bevalling in de gaten houden.
Dinsdag, na een nacht van ongeveer 1,5 uur slaap, trok ik het niet langer. Ik voelde wat vocht, maakte mezelf gek met het idee dat het wel eens de derde hoge vliesscheur op rij kon zijn (de wens is de vader van de gedachte) en ik wilde niets liever dan even met de verloskundige mijn zorgen en vragen bespreken. Omdat ik niet zo bellerig ben, mezelf al snel een zeurpiet vindt, heeft het nog een ochtend geduurd voor ik toch maar gebeld heb. Anderhalf uur later zat ik tegenover een begripvolle verloskundige die rustig naar me luisterde, vond dat ik een meer dan legitieme reden zou hebben voor een eventuele eerdere inleiding en meeleefde en meedacht met mijn zorgen en vragen. Er werd direct contact gezocht met de poli gynaecologie en daar mocht ik direct naartoe voor een check of ik inderdaad vruchtwater verloor, maar ook om te kijken in hoeverre ik al 'rijp' wasvoor een bevalling en hierin de mogelijkheden te bespreken.
Daar aangekomen bleek ik geen vruchtwater te verliezen en wat ook bleek was dat er van ontsluiting nog weinig sprake is. Met veel moeite kon er een vingertopje doorheen ('oja, zo voelde dat gewroet, auw') maar mijn lichaam is duidelijk nog niet toe aan bevallen. Gezien de termijn van de andere kinderen was dat ook wel de verwachting, al had ik het liever anders gehoord. De boodschap was helder: de natuur een handje helpen is prima, maar de natuur forceren is niet oké, geen inleiding op dit moment dus.
De rust die er toen over me kwam, was even bizar als mooi. Ik ervaar dat deze van God kwam. Ineens ging de knop bij mij om: ik was krampachtig bezig om controle te krijgen over de situatie, dacht paniekerig na over keuzes die ik wilde maken en de gevolgen die deze zouden kunnen hebben, maar .... bevallen is een natuurlijk proces, net zoals overlijden en die natuur, door God geschapen, moet je zoveel al het kan zijn gang laten gaan. En alhoewel het misschien niet gemakkelijk zal zijn, gaan we de situatie aan zoals die komt. Hoe het ook loopt: we zullen ongetwijfeld te kracht krijgen om met de situatie om te gaan.
reacties (0)