Vol goede moed begon ik na de bevalling weer aan de borstvoeding. Na alle ellende van vier maanden borstvoeding met mijn oudste, was ik toch wat huiverig en onzeker. Maar wat een verschil zeg: de borstvoeding liep als een trein, aanleggen ging super en met een topkraamzorg als coach, veranderde ik rap in een trotse en zelfverzekerde mama. Mijn meisje groeide in de kraamweek alweer goed en vol vertrouwen zwaaide ik de kraamzorg uit.
Niet snel daarna ging mijn meisje mi der lang en minder gulzig drinken. Ze wilde maar 1 kant en dronk dan max 5-10 minuten om vervolgens in slaap te vallen of gewoon te stoppen met drinken. Ze oogde verder tevreden, hullde amper en sliep rustig drie uurtjes tussen twee voedingen. Ik was er relaxt over: zolang ze tevreden is, is er niets aan de hand.
Tot ik haar ging wegen: ze bleek amper gegroeid en kort daarna was ze in twee dagen tijd 50 gram afgevallen. Daarnaast ontdekte ik spruw in haar mondje en hadden we waarschijnlijk direct de oorzaak te pakken.
De opgedraafde lactatiekundige bevestigde dit: typisch spruw-drink-gedrag: meisje heeft pijn en kan haar tong niet goed gebruiken voor het drinken. Ze raakt uitgeput, geeft het op en valt in slaap. Wonder boven wonder was mijn productie nog wel op orde, bleek toen ik op advies ging kolven.
Ja, wat ik níet meer zou doen, doe ik nu toch weer: fulltime kolven en flesjes geven, tot de spruw weg is en ze wel weer goed kan/wil drinken. Sinds het geven van de flesjes is ze in 4 dagen tijd zo'n 150gram aangekomen. Dat is dus winst, maar voor mij is het een enorme belasting. Want naast een peuter en een baby verzorgen ook nog kolven én flessen, houdt in dat er weinig tijd meer blijft voor huishouden en uitstapjes. Het is namelijk niet zo dat mijn meisje vol vreugde haar flesjes leeg drinkt. Nee, met 80cc ben ik gerust een half uur zoet en dan maak ik me nog druk, omdat ze 100-125cc per keer mag/moet.
Inmiddels lijkt de behandeling van de spruw na anderhalve week vruchten af te werpen. Tong is nog wel wit, maar duidelijk minder qua oppervlakte en dikte. Ik wil dus weer wat voeding 'live' gaan geven, maar de verdwenen onzekerheid is terug: zal ze dan wel voldoende binnen krijgen? Deze 'stille ondervoeder' brengt mijn onzekerheid en emotie, mijn twijfelzucht over borst of fles weer volop naar boven.
Plan de campagne? Toch weer aan de borst en stagneert de groei dan weer: afbouwen en over op de fles. De theorie heb ik duidelijk, nu de praktijk van het evt afbouwen nog, die stap stel ik liever uit, want wat is er nou mooier dan borstvoeding...!
reacties (0)