Om mij heen hoor ik constant verhalen van moeders en hun wonderbaby’s. Pietje liep al een halve marathon met 7 maanden en Saartje reciteerde het gehele oeuvre van Shakespeare rond haar eerste jaar. Ze zijn allemaal hoogbegaafd (terwijl procentueel gezien echt maar 2.38% hoogbegaafd kan zijn) of hard op weg om een olympische medaille te winnen.
En dan kijk ik naar mijn frummel, die pas sinds kort zijn voeten heeft ontdekt en tevreden op zijn rug aan zijn sokje ligt te trekken. Hij kan nog niet omrollen, op zijn buik liggen vind hij niet fijn en als een speeltje net buiten zijn bereik valt gilt hij net zo lang tot mama het speeltje weer geeft. De meeste moeite die hij doet is een beetje met zijn armpjes boven zijn hoofd zwaaien om het dan met een zucht weer op te geven.
Tjaah, mijn kleine vriend is liever lui dan moe, en daarbij lijkt hij dan ook wel weer een beetje op mama. Waarom moeilijk doen, als het ook makkelijk kan. Ik snap het wel hoor, als ik met hem door de vrieskou naar de winkel loop en hij heerlijk warm ingepakt in de kinderwagen ligt te dutten, denk ik weleens “Zo zou ik ook best vervoerd willen worden”. En ik ben zo dankbaar dat hij 8 uur gewoon te vroeg vind om op te staan, een flesje gaat er wel in, maar dan vind hij het ook wel genoeg en doen we samen nog even een uurtje onze ogen dicht.
Hoe graag ik ook vol trots zou willen vertellen dat mijn baby ver voor ligt in zijn ontwikkeling is het tegenstelde waar. Achjah, het is ook wel makkelijk, zo’n kleine uk die nog niet op avontuur is maar lief op zijn boxkleedje blijft liggen, want het huis moet nog baby-proof gemaakt worden en zie daar maar eens tijd voor te vinden. Meneer panini jr. lacht nog steeds de ballen uit zijn broek als ik in mijn handen klap of zijn buik opeet en ik hoef me nog lang niet te verdiepen in de relativiteitstheorie van Einstein omdat zoon moeilijke vragen stelt. Heerlijk zo’n lui kind!
reacties (0)