Het was alweer een tijdje geleden dat ik voor het laatst op de universiteit was. Bijna een jaar, om precies te zijn en toen zat ik met een half buikje en dikke sweater (om dat halve buikje te verbergen) in de collegebanken te zweten over een tentamen data-analyse. Ik weet nog goed dat ik me zat te verwonderen over de discriminerende aard van collegebankjes, want hoogzwangere vrouwen zouden niet in staat zijn om zich tussen de stoel en het klaptafeltje te proppen.
En vandaag bevond ik me opnieuw in de collegebanken voor een stevig stukje ethiek en lessen in “the good life”, de laatste vijf studiepunten voor mijn bachelor. En net als een jaar geleden vond ik het moeilijk om me te concentreren op het werk dat voor me lag. Waar het een jaar geleden de buitelende foetus in mijn baarmoeder was die mijn aandacht trok, was het vandaag de baby die ik had achtergelaten bij zijn vader. Het onderwerp van gesprek was ‘Eudaimonia’ ultiem geluk zoals gedefinieerd door Aristoteles. Na tien minuten was ik er zeker van dat Aristoteles waarschijnlijk een eenzame kinderloze man was, want zo moeilijk leek het mij niet. Mijn ultieme geluk zat thuis in Arnhem te genieten (hopelijk) van een papa-ochtend.
Alle prachtige theorieën van Freud, Piaget en Lock kunnen me onderhand gestolen worden. Ik wil gewoon onbezorgd genieten van mijn kleine vriend zonder me druk te maken of hij wel slaagt voor het grote baby-examen en of hij voldoet aan de eisen die al die filosofen en pedagogen aan een normale baby hebben gesteld. Maar ik weet dat ik nog even moet door-buffelen, voor mijzelf maar ook voor frummel. Afmaken waar ik aan begonnen bent zodat ik in ieder geval een papiertje op zak hebben en opzoek kan naar werk.
En dus ben ik nu officieel geen luie student meer maar een lichtelijk actieve student.
reacties (0)