Er zijn maar weinig zekerheden in deze wereld, maar een zekerheid die mij altijd een beetje heeft gefascineerd is het feit dat we allemaal moeten poepen. Niks maakt een mens menselijker dan wanneer zij de endeldarm moet evacuëren. Een regelmatig gehoorde uitspraak over onze koninklijke familie is dan ook ‘Ach zij schijten toch ook?”. Hoe het gebeurt blijft gissen; misschien heeft Bea wel een lectuurmand op de pot met het blad royals erin. En wellicht veegt Baron Roderick von Richthofen zijn billetjes niet zelf af, maar doet een lakei dat voor hem of komt er zuiver bronwater uit zijn gouden bidet. Maar dat het gebeurt, dat is een feit.
En toch hangt er een taboe-sfeer rond het kakken. Ook ik keek met enige gêne naar mijn hond, het zakje al klaar in de hand, hoe deze met een toch wat triestig gezicht zijn drolletjes draaide. Ik heb het altijd een beetje zielig en onteerend gevonden, zo te moeten schijten; met publiek. Maar de laatste tijd overkomt het mij steeds vaker. Een van de dingen die ik zo ontzettend mis aan mijn pre-moeder-tijd is het poepen zonder publiek.
Ik was sinds ik katten-moeder werd, al bekend met het fenomeen 'publiek' op andere intieme momenten. En hoewel ik nooit gestreefd heb naar een starring-rol in ‘Students gone wild’, raakte ik er langzamerhand aan gewend. Iets wat ik echter nooit heb gedaan is een drolletje kleien in het bijzijn van mijn katten. Ik presteer slecht onder druk, en had altijd last van plankenkoorts. Ik kon me ook erg druk maken om de ‘bevallings-poep’ die altijd discreet wordt weggeveegt. Het was ook een van de eerste vragen die ik zachtjes fluisterde na de bevalling, maar meneer Panini schudde geruststellend zijn hoofd. Tot op de dag van vandaag weet ik niet of dat de waarheid of een leugentje om bestwil is, maar ik durf het niet te vragen.
De laatste keer dat ik überhaupt onder het toeziend oog een bolus legde, was ik een jaar of vier/vijf oud (er bestaat nog beeldmateriaal, waarbij het drolletje op magische wijze niet in de pot, maar midden in de woonkamer was beland...Geen idee hoe!?!). Kakken was voor mij, zoals familie-traditie voorschreef, een waar ritueel. Een tijdschrift/krantje en dan eerst een goed pagina-lang artikel zoeken. Bij het uitzoeken van ons huis hebben we zelfs de wc-pot op comfortable ‘lange mensen’-hoogte laten hangen, zodat ik niet zo’n end naar beneden zou vallen als ik op mijjn porseleinen troon plaats neem.
Dit veranderde echter allemaal rigorous de dag dat ik moeder werd. Tegenwoordig sluip ik zachtjes de kamer uit (met de historia onder mijn arm) om zodra ik bij de deur van de gang ben, te moeten rennen naar de wc omdat Hummes al achter mij aan komt sloffen met zijn pindakaas broodje ‘Mama?...Mama?!?! MAMA!!!!!” En als ik dan eerder bij de wc ben, en de deur op slot heb gekregen voor dat mini-me ook in het kleine kamer staat, hangt hij de hele tijd jammerend aan de deurlink. Soms wordt er een papiertje of stickervel onder de wc-deur gepropt en na afloop moet meneertje altijd nog even een wc-papiertje in de pot gooien en doortrekken. Ik krijg nog net geen applaus nadehand, maar als ik daar om zou vragen, zou mijn peuter mij vast een plezier willen doen.
Mijn meditatie-momentje is niet langer, poepen zal nooit meer hetzelfde zijn. Poepen met publiek, de schaduwkant van moederschap.
reacties (0)