Mijn tweede poezenkind Pluk heeft de neiging een maaltijd voor het gezin aan huis te bezorgen zodra hij erge trek krijgt. Als ik hem niet op tijd voer gaat hij zelf op pad en legt dan netjes een hapje voor zijn familie op de drempel. En zo kwam hij laatst thuis met een molletje, welke hij pontificaal voor de drempel neerkwakte om daarna met een tevreden zucht op de bank neer te ploffen.
Nadat ik de mol op alle vitale functies had gecheckt en er zeker van was dat hij dood was (geen idee of ik anders het lef had gehad om hem op zijn frans, revolutionairy-style te onthoofden) besloot ik dat het opruimen van de crime scene een taak voor de volgende dag was.
Dit is ook niet de eerste moffel die ik in de tuin heb gevonden. Een jaar geleden kwam Kas trost met een zacht, grijs, koud en stijf molletje aanzetten. Schijnbaar had de kat het diertje tussen het groen verstopt en Kas de mol in een onbewaakt moment gevonden. In zijn optiek hoorde dit aandoenlijke fluweelzachte dier ook thuis in zijn knuffelberen verzameling. Toen ik in paniek het beest uit zijn handen sloeg en daarna met een schep in de GFT liet verdwijnen, kon meneer de tranen van woedde ook niet langer bedwingen. Hoe durfde ik zijn begeerde speeltje af te pakken en zo onceremonieel weg te gooien.
geweldig boek: Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft
De volgende ochtend was ik de meest recente mol alweer vergeten. Totdat ik de tuindeuren opendeed en het ontzielde lichaampje mij ‘aankeek’. Achter mij hoorde ik meteen een verheugd gejuich. “OOH KIJK MAMA!! Een Muis!” riep Kas enthousiast. En daar stonden we dan in de vroege ochtend: Ik in mijn duster en hij in zijn spiderman pyjama, gezamenlijk gebogen over het mollenlijkje. “Dat is een mol” zei ik op een constaterende toon. Als we dan toch geconfronteerd werden met de harde natuur, vond ik het op zijn minst noodzakelijk het beestje bij zijn correcte naam te noemen.
“Waarom doettuh mol niet, mama?”. Tjaah, daar stond ik dan. Wat moest ik hierop antwoorden. Ik begon mijn zin met; “De mol is...uhmm…tjaah...pfff..hmmmm” in de hoop dat ik tot een beter antwoord zou komen, maar uiteindelijk bleef ik steken op “...Dood….”. Kas keek me bedenkelijk aan terwijl hij op zijn hurkjes naast de mol zat. En opeens leek hij een briljante ingeving te hebben en riep; “Mol heeft batterijen op!”
Wat was ik dankbaar voor deze peuterwijsheid. De simplistische en onschuldige kijk op de wereld, maar toch het besef dat de mol geen energie meer had. De GFT-begrafenis was een stuk minder dramatisch deze keer en ‘s avonds heeft Kas zelfs oma nog vertelt over de mol in de ‘vuulmisbak’. De mol met de lege batterijen.
reacties (0)