Ik ben stom. Ik ben gemeen en helemaal niet lief. Ik ben de slechtste moeder ooit, aldus mijn zoon. In het waterige ochtendzonnetje sleep ik een jankend jongetje met 1 schoen en 1 bloot voetje achter mij aan over het fietspad terwijl ik worstel met de riemen van de honden in mijn andere hand.
Luidkeels wordt ik beschuldigt van de meeste gruwelijke wandaden. *Ter Illustratie een kleine greep uit de drama-doos van mijn kind: “Mama, jij doet prikkeldraad in mijn schoen. Dat vind ik niet leuk” of “ Mammie, hou op! Mammietje, hou nou op! Jij breekt mijn hand”. Als ik niet beter zou weten zou ik denken dat ik de dictator was van een afgrijselijk schrikbewind op micro-niveau. De meeste andere ouders passeren mij grinnekend en een enkel oud vrouwtje schudt zachtjes met haar hoofd terwijl zij dit theaterspel aanschouwt.
Ik stap stoicijns door, met een gezicht dat op onweer staat en met mijn hand in een ijzeren greep om zijn handje dat hij verwoed probeerd los te trekken (let the record show: Alle vingertjes zitten er nog aan en ik heb zeker geen handjes gebroken). Wat een fijne wandeling moest worden met de honden, werd een fiasco, een afgang en een drama. De dikke snottebel die aan zijn neus hangt veegt hij af aan mijn schone witte broek, want hoewel ik misschien niet ben geslaagd als moeder voldoe ik nog wel aan de functionele eisen van zakdoek.
Ik neem mijn wraak door hem thuis zijn chocolaatje te ontzeggen, want in huize panini krijgen alleen lieve kindjes chocola. Het is misschien een beetje kinderachtig (OK, heel erg kinderachtig) maar dat maakt nu toch niks meer uit nu mijn reputatie als moeder naar de knoppen is. Daarnaast gaf het mij toch vijf hele seconden voldoening .
Dikke tranen rollen van zijn rood omrande ogen, over zijn wangen naar zijn kin terwijl hij luid zijn neusje ophaalt. Even is het stil en dan barst Kas uit in een tirade, peuter-stylo. De woedde lijkt uit zijn tenen te komen en met samengebalde vuistjes gilt hij naar mij “Jij bent STOM! Ik vind jou NIET LIEF! Jij bent een gemene mama!”
There it is..het hoge woord is er bij hem uit. ”Owhjah?” roep ik terug als de heks die ik ben “Zal ik je aan helpen herinneren als je de volgende keer weer om half vijf ‘s nachts aan mijn arm staat te schudden omdat je drinken wil. Dan zal ik jou eens echt een stomme mama laten zien” En met dat laatste statement is het duidelijk tijd voor een dutje.
Na zijn middagdutje staat hij een beetje verloren in de deuropening “Mammie?”....”Ben ik weer lief? Zijn wij weer vriendjes?” Mijn ijzige hart smelt en ik knik instemmend. We bezegelen ons vredesakkoord met een knuffel en een kus. Samen maken we ons in vrede en harmonie op voor de rest van de dag, in ieder geval tot het volgende mama-kleuter conflict.
n.b.Het prikkeldraad in zijn schoen was een blaar op zijn hiel. Dat weerhield Kas er echter niet van om mij met een fanatiek vingertje te beschuldigen van martel-praktijken.
reacties (0)